Bebby

Voluit heet ze Deborah. Met zoveel klank; de-bo-rah. Maar zelf heeft ze deze naam nooit uitgesproken. Ze heeft helemaal nog nooit een woord gesproken. Ze is 10 jaar en ze heeft daar een reden voor. Vast. Zelf kan ze dat niet zeggen. En misschien is ze het zelf in de loop van de tijd een beetje vergeten? Maar de knop kan niet meer om. Zo lijkt het.

Wat zij ervaart is een stilte, een diepe stilte in zichzelf. Die wil ze behouden. Die stilte reikt ook tot buiten haar. Een bepaalde sfeer om haar heen. Met haar stilte is ze hoorbaar aanwezig. Ze vindt het fijn zo. Ze zou best kunnen praten. Althans, ze mankeert voor zover dat is onderzocht niets lichamelijks. Ook het beeld van haar hersenen laat wat dat betreft geen oorzaak zien. Maar Deborah heeft zich genesteld in deze stilte. Ze kan horen en ze begrijpt wat mensen tegen haar zeggen. Maar de woorden worden geen onderdeel van haar. De woorden komen niet binnen. De woorden veranderen de ruimte van haar stilte niet. De woorden hebben zo geen grip op haar. Maar ze begrijpt wel.

Woorden veranderen de structuur van haar stilte. Daarmee zou zijzelf veranderen. Is het dat wat zij verlangt te behouden? Haar eigen wezen?

Graag hangt ze rond bij de stallen van de manege waar haar tante Barbara een paard heeft. Jason. Daar is ze vaak te vinden. Bebby staat dan tegen de box geleund. Het hoofd van Jason dicht bij het hare. Zo staan ze daar als geliefden die geen afscheid kunnen nemen. Eindeloos kan ze de zachte neus aaien. Er is op de hele wereld niets zachter dan de neus van een paard. Eindeloos kan ze ook in zijn ogen kijken. Een diepte, een verte die ze bij mensen niet vindt. De verbinding met een verte die ze bij mensen niet gespiegeld ziet. Zonder haar woorden lijkt ze onbereikbaar, maar in wezen is ze juist zo dicht bij alles. In de ruimte van haar stilte lijkt dit contact, deze verbindingen, juist mogelijk. Woorden, de taal zoals we die spreken zou daar tussen komen. En Deborah wil juist die directe verbinding in haar stilte bewaren.

Als Barbara hen zo ziet staan, raakt het haar hart. Ze ziet de verbinding tussen die twee en tegelijk kan ze er niet precies de vinger opleggen. Ze ziet wel dat er een rust vanuit gaat. Een rust die zij niet heeft in contact met Jason. Een jonge ruin waar ze best wat mee te stellen heeft als ze hem berijdt. Ze heeft het Debby verboden om in de stal zelf te komen. Dat vind ze te gevaarlijk. Maar ze doet het soms toch. Dan gaat ze vooraan in een hoek van de stal zitten. Opgenomen door de geuren van het stro, het hout en van het paard natuurlijk. Jason staat erbij alsof hij over haar waakt. Een verstild plaatje dat klopt, klopt als een hart.

Natuurlijk hebben haar ouders van alles geprobeerd. Ook de leraren op school waar ze naar toe gaat. Om haar dan toch te leren schrijven. Maar de letters werden geen woorden. Niet voor Debby. En dat hebben ze zo maar gelaten. Op een gegeven moment hebben haar ouders het ook zo maar gelaten. Nou ja, gelaten… Toch knaagt het aan haar moeder dat het haar niet lukt om met Debby te praten. Ergens voelt ze dat ze faalt. En hoe moet het verder met haar? Ergens voelt ze ook angst. En dat is misschien wel angst om haar zelf, dat Debby haar afwijst. Haar vader verhoudt zich wat makkelijker tot haar woordloos communiceren. Ergens vind hij juist aansluiting in haar stilte en kunnen zij rustig een hele avond op de bank tegen elkaar aan zitten. Het gevoel van schuld is een beetje tussen haar ouders in komen te staan. Debby voelt dat en zij weet niet altijd hoe zichzelf een plaats te geven in de onuitgesproken ruimte tussen haar ouders. Blijkbaar is er een duidelijk verschil tussen een woordloze stilte en een onuitgesproken stilte. Daar hangen ongesproken woorden in de lucht. Ja, en laat Deborah juist dat nu heel erg goed voelen.

Het lijkt een paradox. Maar hoe kan ik je vertellen wat er hoorbaar is in stilte? Dat is het wolkje dat boven het hoofd van Debby hangt, zoals in een stripverhaal. Ze heeft een zeldzaam scherp gehoor. Misschien wel zo scherp dat ze de betekenis hoort in de klanken, voorbij de woorden. Het betekent dat wat zij hoort haar hele ruimte vult. De trilling reikt tot in haar lichaam.

Op een dag gebeurt er iets. Debby zit op het hek van de buitenbak waar Jason vrij rond loopt en eens lekker in het zand kan rollen. In de aansluitende wei staat een ander paard. Een merrie. Ze ziet hoe de paarden elkaar signaleren en op afstand met elkaar communiceren. De merrie komt dichterbij en op een gegeven moment staan beide paarden dicht bij elkaar. Het zachte geluid dat Jason maakt diep van binnenuit, bereikt de merrie. Een zachte taal, heel intiem. Ze ziet het en het raakt iets in haar. Deze zachte intieme taal brengt in haar iets in beweging. Er lijkt iets te verschuiven. Er gaat werkelijk een schuifje open. Ze voelt het. Er trekt iets door haar heen. Ze gaat rechterop zitten. Ze wordt een beetje groter zelfs. Vreemd misschien dat het paardenbericht dat niet voor haar bedoeld is, juist haar zo raakt. Maar wat ze ziet is een verbinding. En misschien zelfs heeft ze die vaker gezien. Maar nu gebeurt er zomaar iets in haar zelf. De stilte wordt in trilling gebracht, op een manier als nooit tevoren?

Wat is er nu precies gebeurd? In haar leefde een ogenschijnlijk tegenstrijdig verlangen om haar stilte te bewaren, om de taal buiten zich te houden, omdat taal haar binnen-structuur verandert. En het diepe verlangen naar verbinding. Door wat ze ziet en hoe het haar raakt, kunnen deze twee verlangens bij elkaar komen. Er is iets in haar open gegaan waardoor zij eigenlijk als vanzelf geluid is gaan maken. Zij is begonnen met neuriën. Wanneer zij helpt met het borstelen van de paarden, neuriet ze zachtjes. Klank vanuit haar zelf dat haar stembanden in trilling brengt. Of als ze helpt met het invlechten van de manen, als er dressuurwedstrijden zijn. Ze kan het als geen ander zo mooi. En als ze ziet welke schoonheid ontstaat uit haar handen in het vlechten komen heel zuiver ook klanken op. Haar mond bijna onzichtbaar open. Terwijl ze borstelt en vlecht, haalt ze uit haarzelf zomaar melodieën op. Zacht aards natuurlijk. Krachtig in zuiverheid. Ze voelt hoe het paard dat ze borstelt en vlecht daarop reageert. Dat is van een schoonheid die verder gaat dan het paard alleen, dan haar zang alleen. Het is een verbindende schoonheid 

Het verschil is duidelijk aan haar te zien. Ze is letterlijk en figuurlijk groter geworden. Ze is meer aanwezig, nu ook met een energie die zij naar buiten straalt. En ook letterlijk natuurlijk haar klanken. Haar blik heeft dezelfde zachtheid maar is wat brutaler nu. Ze is een verschijning. Eigenlijk kun je niet om haar heen. Een bijzondere schoonheid is ze en dat hangt om haar heen. Een sfeer die mensen en dieren prettig vinden. Eigenlijk heeft dit meisje, dat zich vrij heeft gehouden van een vormende taal, een bijzondere kracht tot verbinden. Een die universeel is. Een taal die iedereen misschien spreekt? Of herkent?

Misschien kun je je voorstellen wat het effect is op haar moeder? Haar hart barst ongeveer open als zij haar dochter hoort zingen. Niet alleen als ze met de paarden is, maar ook in huis. Als vanzelf. De trilling van de stem van haar dochter door het huis, een zuivere stem die haar heel diep raakt. En reken maar dat daar in huis iets moois gebeurt. Als of het hele huis zich vult met een glimlach. Ze hoort haar moeder zeggen: dit is misschien nog wel 100x mooier dan je horen praten. Hun ogen ontmoeten elkaar 

Na een paar maanden gaat ze ook de woorden proeven, nee, eerst de namen. Jason. Deborah. Barbara. Ze neemt de klanken in haar mond, speelt ermee, kauwt erop, proeft. Ze geeft het melodieën. Laat de woorden die haar bevallen zingen. Op haar manier, in haar tempo. Ze bouwt zinnen op haar manier in haar toonsoort. En dan gaat het haar niet om wat waar is, maar om wat klopt. De zinnen zeggen wat klopt met haar. Een eerlijkheid, een eenvoud en ongekende schoonheid. Daar is een woord voor: poëzie.

  

Jeannette Monshouwer is verbonden aan de Universiteit van Leiden als docent filosofie bij Biomedische Wetenschappen. Vanuit haar eigen praktijk geeft zij meditatietechnieken. Klank heeft daarin een speciale plaats.

Zij houdt zich bezig met de verschuiving van het paradigma van de wetenschap naar een wereldbeeld dat ruimer is dan een puur materialistische opvatting. Daarin stelt zij de vraag welke mogelijkheden dat biedt voor de geneeskunde. Zij schrijft en vertelt hierover. Zij spreekt uit eigen ervaringen en een breed ontwikkelde kennis die zij opdeed in studies verpleegkunde, filosofie, psychologie, een opleiding tot energetisch healer, en haar werk als kunstenaar en docent. Haar missie: in samenwerking met de reguliere zorg meditatievormen te bieden aan zorgprofessionals, ouders en kinderen, met het doel kinderen te helpen genezen. www.zielsveel.nu